Rodweek #29 Laten we elkaar geen mietje noemen

Ik ben een grote fan van het taalfenomeen ‘aptoniemen’. Mensen die een naam hebben die verband houdt met hun beroep of een zaak waar ze voor staan. Toen ik voor het eerst de naam van de woordvoerster van de Pluimveebond onder het interview met haar zag staan verslikte ik me zowat in een kippenpootje en rolde bijkans van de bank van het lachen: Hennie de Haan. De voorzitter van de Vereniging van Nederlands Vliegverkeer die Benno Baksteen heet, de vroegere weervrouw Diana Woei of de woordvoerder van de werkgroep ‘Sinterklaas in Almelo’ die, geloof het of niet, Martin Kroeskop heet. Ik ben een simpele gozer in dat soort dingen: ik vind dat dus broekpissend hilarisch.

Afgelopen week kwam er weer een parel van een aptoniem binnen op AT5. Echt een juweeltje. Het nieuwsbericht ging erover dat onze plaatselijke kakkers van de VVD het toenemende homogeweld in de stad willen terugdringen. Bijvoorbeeld door het inzetten van lokhomo’s. Fantastisch initiatief! Eindelijk een idee van de VVD waar ik het volledig mee eens ben! Als ik het zou mogen bepalen dan zouden die lokhomo’s ook allemaal minimaal zwarte band karate moeten hebben. Als eencellige primaten die geweld menen te moeten gebruiken tegen homo’s zelf een welverdiend pak beuk krijgen kan ik dat alleen maar toejuichen. Werkelijk waar: een fantastisch idee. Maar dan de naam van de VVD’er die dit plan indiende: die mevrouw heet Marianne Poot! Ik verslikte me pardoes in mijn drankje en moest daarna bijna aan het infuus omdat ik dacht dat ik er in bleef. Wat een prachtige ironie! ‘Poot’ is natuurlijk niet bepaald de meest charmante benaming voor de homoseksuele medemens, maar juist dat maakt de ironie zo prachtig!

Mijn god, ik ga het nog uitleggen ook.

De reden dat ik mij ineens genoodzaakt voel om zoiets uit te leggen is dat mensen in deze tijd heel voorzichtig op eieren moeten lopen met alles wat ze zeggen en schrijven. Ik krijg er zowat een wegtrekker van. Iedereen moet dezer dagen maar zo politiek correct mogelijk zijn, zich krampachtig in allerlei bochten wringen en alle woorden op een zilveren weegschaaltje afwegen om maar niet per ongeluk iemand te kwetsen. Zoals ik dus kennelijk afgelopen week heb gedaan. De ironieklier is bij mij namelijk nogal groot en nooit chirurgisch verwijderd en dus refereerde ik bij een oude Ajax-foto met dat grote gevoel voor ironie aan de ‘nichterige roze voetbalschoentjes’ van de voetballers van tegenwoordig, terwijl ‘de echte mannen’ van vroeger op die foto met z’n allen op elkaar gepakt stonden te schuilen voor de regen. Ik zag daar niet zoveel fouts in, maar daar dacht een aantal mensen anders over. En andere mensen vonden het juist wel weer grappig en namen het voor mij op. Dat dreigde dus een zaaddodend vermoeiende toetsenborddiscussie te worden tussen mensen die mij vermanend toespraken dat zulk stigmatiserend taalgebruik echt niet meer kan in deze tijd en mensen die het voor mij opnamen. Van beide kanten waren het overigens  allemaal mensen die ik ook in het echte leven ken en die ik ook allemaal hoog heb zitten qua intelligentieniveau. Maar goed, in zo’n hysterische moeimakende discussie die nog zes dagen als een sukadelappie doorsuddert op mijn tijdlijn en die sowieso nooit gezelliger wordt had ik totaal geen zin, dus ik heb de gewraakte post maar verwijderd.

Ik ben iemand die zich niet altijd even parlementair uitdrukt, om niet te zeggen: soms zo plat als een dubbeltje. En ik ben net een mens: ik heb een politieagent weleens een kutsmeris genoemd, iemand die iets stoms deed een stomme mongool, ik heb mooie vrouwen meer dan eens als ‘lekker wijf’ betiteld en ik heb laatst dus, oh mea culpa, eitje stukgetrapt, op een plek waar ik ook het woord ‘wufte’ of ‘kokette’ had kunnen invullen, dan had niemand zich er aan gestoord, het woord ‘nichterige’ als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.

Maken bovengenoemde voorbeelden mij dat een politie- en mongolenhatende, seksistische homohater? Dat lijkt me niet. Ga je gauw weg, ik ben zo links als een pak linksdraaiende biologische dikpapyoghurt. Als ik nog meer naar links overhel dan wapper ik zo de Prinsengracht in. En laten we elkaar geen mietje noemen: we hebben allemaal wel eens iets politiek incorrects gezegd of op z’n minst gedacht. Mensen die anders beweren adviseer ik om even die zes kilo boter van hun hoofd te halen, dat denkt wat helderder.

Wat mij in de discussies van deze tijd zo ontzettend tegenstaat is, behalve de schreeuwerige hysterie die er tegenwoordig schijnt bij te horen, dat begrippen als racisme, discriminatie, seksisme en homofobie steeds holler worden en steeds meer aan waarde verliezen. Mensen worden tegenwoordig wel heel snel bestempeld, gecategoriseerd en met rieken en brandende fakkels opgewacht door mensen die allemaal perfect weten ‘hoe het heurt’. Maar door, bijvoorbeeld, letterlijk iedereen die een voorstander van Zwarte Piet is of op de PVV of FVD stemt af te serveren als een achterlijke racist (al zitten ze er absoluut tussen) verlies je het zicht op de echte onversneden racisten die er serieuze enge ideeën op nahouden. Dat is een groot gevaar van deze tijd. En niet elke linkse rakker loopt toch op sandalen en heeft een bloem in z’n haar?

Ik onderscheid de mensheid eigenlijk maar in twee soorten: leuke mensen en vervelende bloedbakken. De eerste groep is in mijn wereld gelukkig nog steeds de grootste. Afkomst, huidskleur, religie en tot op zekere hoogte politieke voorkeur: ik vind het allemaal totaal irrelevant en het zal nooit een vriendschap in de weg staan wat mij betreft. Ik kijk liever naar de overeenkomsten die ik met iemand heb dan naar de onvermijdelijke verschillen. Dat maakt dat ik een bijzonder diverse en uitgebreide vrienden- en kennissenkring heb. Geen allemansvriendje overigens. Als ik je mag dan hoor je bij mij en als ik je een vervelende paardenlul (of paardenkut, heel erg 2018: genderneutraal!) vind dan mag je voor mijn part lekker een przewalskipaard worden of zo. En of je er de voorkeur aan geeft om met een lekker wijf, met een lekkere gozer of gezellig met allebei het bed te delen? Dat moet je fijn allemaal zelf weten.
Ook dat maakt me geen flikker uit.

1 Comments

  1. Toetsenborden zijn per definitie zaaddodend toch? Niet dat er na het kijken van een natuurfilm ineens een klein toetsenbordje bijkomt. Verder is het heel erg 2018 en 2017 heel erg presidentieel om sexistische kutopmerkingen te plaatsen. Of om te schreeuwen dat de eigen groter is dan dat van de ander.

    Reply

Leave a Comment.