Kroegkronieken 7

Kleine verhalen uit een grotestadskroeg

Rodney schrijftSientje is mijn wijfie.

Ze is dik in de tachtig en gezegend met de levenslust van een vrolijk jongmens. En ze rookt ook nog steeds zo veel als een vrolijk jongmens. In de tijd dat Sien begon met roken, was roken namelijk nog gezellig, ontspannend en gezond.

Als je Sien even de ruimte geeft kletst ze je de oren van je kop en dat is in haar geval niet eens hinderlijk.

Sien houdt van het goede leven en ze mag dan ook graag bij ons op het terras zitten voor een ‘kappusieno’, een ‘takkethee’ (daar bedoelt ze muntthee mee) of als het warm is een ‘appelesap’. Tosti of een uitsmijtertje (‘met een bruin randje er aan, net as vroeger!’) er bij en Sien is de rijkste vrouw ter wereld.

Voorheen kwam ze altijd met haar onafscheidelijke hartsvriendin Jo. Jo is de stille van de twee, maar dat dondert niet: Sien praat wel voor twee, daar heeft ze geen probleem mee. Sien bestelt ook alle drankjes en het eten.

De laatste tijd kwam Sien niet meer zo vaak. Jo gaat achteruit en Sien verzorgt haar vriendin alsof het haar kind is. Ze doet alles voor haar beste vriendin en vergeet zichzelf dan wel eens.

En zo kwam ik haar laatst weer eens tegen, ze liep langs de kroeg, op weg om boodschappen te doen. Ze luchtte haar hart over Jo’s afnemende energie en zin om te leven. Het is iets waar Sien zich niets bij kan voorstellen. Sien wil minstens 120 worden en dat zie ik die ouwe doerak nog halen ook. Sien moest even een wandeling maken. Even uit de trieste omgeving. Het valt haar duidelijk zwaar dat haar vriendin zo aftakelt.

Ik zei Sien dat ze ook een beetje aan zichzelf moest denken.

Dat begreep ze gelukkig zelf ook en ze zeeg neer op het terras. Toch maar even een bakkie doen. Daar heeft ze vervolgens de hele middag gezeten en met Jan en alleman over van alles gepraat. Zij praat dan vooral. Al is luisteren naar tante Sientje geen straf.

Na een paar uur zitten moest tante Sientje dan toch maar eens op huis (lees: Jo) aan. Ze riep me voor de rekening. ‘Rodey, kom eens hier, lekkere krullenbol!’ Sien vergeet altijd dat ik ‘Rodney’ heet. Na ontelbaar vaak corrigeren laat ik het ook maar zo.

Ze betaalt en telt met hoeveel mensen we werken. We krijgen er allemaal een euro bij. Zo doet Sien dat altijd. Ze staat op en pakt me vast met haar broze armpjes:

‘Tot snel hè, lekkere sodemieter van me!’

2 Comments

  1. Ha, geestig, mijn schoonmoeder heet Sien, is dik in de 80 en “Jo” is al 13 jaar dood…haar Joop ,mijn schoonvader. Volgens mij heb ik er al eens op gereageerd.

    Reply

Laat een antwoord achter aan Pascal Bos Reactie annuleren