Al het goede komt in drieën

drie

Als ik een top 10 zou maken van de meest geslaagde dagen ooit in mijn leven dan staat 23 november 1998 op de voorlopige koppositie. Als ik die nog eens kan toppen… Het was zo’n dag dat werkelijk alles lukte. Het eerste succes was dat ik werd aangenomen bij de Melkweg en nog dezelfde avond kon beginnen. Ik moest eerst wel nog even zaalvoetballen in Buitenveldert, maar dat was ruimschoots voor het aanvangstijdstip van mijn dienst.

Een heel erg sierlijke voetballer ben ik nooit geweest. Eigenlijk staat alleen het woord ‘voetballer’ al in schril contrast met mijn bedroevende kwaliteiten. Ik kan er, zeer tot mijn verdriet, geen kut van. Zodra ik ga lopen met de bal gaat het fout. Als ware de bal een tikkende tijdbom aan m’n schoenen speel ik de leren knikker zodra ik ‘m heb altijd het liefst zo snel mogelijk door naar iemand die er wel wat mee kan. Of ik schiet op goal. Dat deed ik deze wedstrijd eens. Ik raakte de bal lekker vol op mijn rechterpantoffel en tot mijn stomme verbazing en die van mijn medespelers vloog die bal via de onderkant lat in het doel in plaats van 50 meter naast. Een streep. De keeper stond genageld aan de grond. 2-1, vlak voor tijd. Dat heerlijke ’tak-tak’-geluid van een bal die via de lat ingaat maakte mijn doelpunt nog lekkerder.  Het was best een geile goal, al zeg ik het zelf.

Hij zou normaal gesproken in mijn top 10 staan, maar zoveel heb ik er in de elf jaar dat ik heb gevoetbald nou eenmaal nooit gemaakt. Mijn Indonesische overgrootopoe noemde mij vroeger altijd een ‘Radja’, Maleisisch voor koning, en voor een keertje voelde ik me ook een koning toen ik als matchwinner het veld afliep.

Op naar mijn eerste avond in de Melkweg: de Cannabiscup. Een avond waarop voornamelijk Amerikaanse stoners zich helemaal konden suf blowen en dat dus ook deden. Het ging prima.

Na de geslaagde eerste werkavond ging ik de toch al mooie dag nog even aftoppen in de Korsakoff, mijn tweede huiskamer in die tijd. En daar stond ze dan: het meisje op wie ik al een tijdje een oogje had. En jawel, ook dat lukte. De dag werd nog veel beter want aan het einde van de avond ging het leuke meisje met me mee naar huis. We hebben uiteindelijk drie jaar verkering gehad en zij is tot op de dag van vandaag mijn beste vriendin. In de Melkweg werk ik nog steeds. Ik dacht dat ik dat een jaartje of twee zou doen en dat ik dan een ‘grotemensenleven’ zou gaan leiden en toen was ik ineens 38 en heb ik het nog steeds naar m’n zin met alles wat ik doe. Over voetballen kan ik beter lullen en schrijven dan het zelf beoefenen en bij die leest hou ik me dan ook maar. Ook al omdat mijn knieën tegenwoordig al heftig in opstand komen als ik een balletje in het park trap.

Het enige waar ik achteraf van baal is dat ik die dag geen staatslot heb gekocht. Binnenkort maar eens doen. Koop ik er gelijk drie.

1 Comments

Leave a Comment.