De beste stuurlui drinken aan wal

Afgelopen weekend was ik met mijn meisje in Groningen. Ik ben een groot deel van de wereld over geweest, maar Groningen, op twee uurtjes van Amsterdam, ken ik amper. Ik ben er als kind en later als jongvolwassene wel eens geweest. En met voetballen. Maar dan kwamen we nooit verder dan het stadion. Nee, de laatste keer dat ik echt de stad Groningen in was geweest was zeker twintig jaar geleden. Maar toen was ik zo poepeloeres lazarus dat ik daar ook niet alles meer van weet. Kortom, ik was op stap in een mij redelijk onbekende stad.

Mijn vriendin heeft een aantal jaren in Groningen gewoond en ze liet mij ‘haar’ stad zien. Het was goddelijk lekker weer en de liefste had een fijn hotel midden in de stad geregeld. Op zondag rond 12.30 kregen we trek in lunch. En wijn. En daar we op zaterdag heerlijk aan het water hadden gezeten bij Café de Sigaar, aan een gracht met de curieuze straatnaam Hoge Der A, namen we daar weer plaats. Het zelfde tafeltje was zelfs nog vrij, tafel 102, om precies te zijn. We bestelden een fles ijskoude Chardonnay/Viognier en twee broodjes. We genoten van de zon en na een tijdje zitten was er ineens vermaak op het water: een jonge vader, zijn vrouw en twee kleine kindjes in een grachtensloepje. Hun boottochtje moest nog aanvangen, maar het sloepje was al wat van de kant afgedreven. Pa stond driftig aan het snoer van de buitenboordmotor te trekken, maar die gaf geen sjoege.

We zagen zijn hoofd steeds roder worden, terwijl hij uit alle macht probeerde de vermaledijde motor aan de praat te krijgen. Het terras zat lekker vol, dus hij had veel publiek. Wij lieten onze fantasie de vrije loop en imagineerden hoe nu de conversatie tussen het gezin op het bootje zou gaan.

Zij, lief doch bezorgd: ‘Lukt het, schatje?’
Hij, zwaar geïrriteerd: ‘Wat denk je zelf?!’
Koter 1, jengelend: ‘Paaaaahaaaaap, ik moet plassen! Muuuuhuhhhuhuuu!’
Koter 2, jengelend: ‘Paaaahaaaaap! Wanneer gaan we nou een ijsje eten? Dat had je beloofd!’
Koter 1, met pruillip: ‘Wat kijkt papa boos’
Hij, met rookwolk uit zijn hoofd komend: ‘PAPA IS NIET BOOS, GODVRRRR….’
Zij, bloedirritant: ‘Niet schelden waar de kinderen bij zijn.’

Pa is inmiddels in staat om zijn jengelende gezin overboord te kieperen.

We hadden ook al bedacht dat het bootje niet van hem was, maar geleend van zijn aardige doch iets te patserige buurman. Die buurman die net iets meer geld heeft, een net iets knappere vrouw heeft en net iets leukere kinderen. ‘Hier neem jij de boot maar, die hebben we toch niet nodig als we dit weekend in ons huisje in Zuid-Frankrijk zitten. Geen probleem joh.‘

En terwijl wij dit alles vanaf de wal aanschouwden en er lustig op los fantaseerden, lieten we ons de fles wijn en de inmiddels gearriveerde broodjes prima smaken. Na een klein half uur in de brandende zon zitten hannesen gebeurde het wonder: de motor sloeg aan. De jonge opgeluchte vader kreeg een luid applaus vanaf de wal en als een juichende voetballer die net een belangrijke goal heeft gemaakt juichte hij met gebalde vuisten naar de kant en voer weg. Met zijn eveneens opgeluchte gezin.

Even later gingen twee andere jongens varen. Twee jongens die de vader eerder een beetje zaten uit te lachen vanaf het terras. En inderdaad, karma is dan een nietsontziende hoer: hun bootje startte ook niet. Het duurde ook bij deze boys een tijdje, maar hun geklungel had bij lange na niet dezelfde heroïek  als bij de vader en zijn gezinnetje. Ook zij kregen hun bootje uiteindelijk aan de praat maar zij kregen geen applaus en voeren roemloos weg.

Onze fles was leeg en de broodjes waren op. Als toetje bestelden we nog maar een extra glaasje van die lekkere wijn. De beste stuurlui drinken immers aan wal.

Leave a Comment.