Het concert des levens

concert des levensMijn opa en oma hadden vroeger van die tegeltjes met Hollandse wijsheden aan de muren van het toilet hangen. Niet alleen diepgaande filosofische spreuken als “Denk niet bij het laatste vel, wie na mij komt die redt het wel”, maar ook deze: “Van het concert des levens heeft niemand een program”. Ja, als je bij mijn opa en oma zat te schijten leerde je een hoop. Die spreuk over het Concert des Levens heb ik om de een of andere reden altijd onthouden. Of het was al vroeg in mijn leven een voorteken, want ik werk al bijna de helft van mijn leven voor een Amsterdams concertpodium.

Hoe dan ook, de gedachte om het hele leven als één groot concert te zien vond ik altijd wel cool. Al weet ik, nu ik al lang bij een poppodium werk, ook dat het deurbeleid voor dat concert wel wat vreemd is. Iedereen mag naar binnen. Maar we krijgen niet allemaal even goede plaatsen. Sterker nog: meer dan de helft heeft ronduit beroerde plaatsen. Een minderheid, waartoe ik en de meeste van mijn lezers behoren, hebben om de een of andere reden VIP-pasjes gekregen en een nog kleinere minderheid heeft VIP-de luxe-pasjes gekregen. Wie er aan de deur staat weet ik niet. Sommige mensen denken een of andere god, maar realistisch denkende mensen weten dat zo’n god dan wel erg oneerlijk zou zijn in het verdelen van de goede kaartjes. Wij, VIP-pasjeshouders, zijn in meer of iets mindere mate gezond, hebben in meer of mindere mate materiële rijkdom, we hebben elke dag te eten en te drinken, we hebben nooit hoeven vluchten voor een oorlog en we hebben allemaal een dak boven onze hoofden. Dit geldt voor de overgrote meerderheid van de mensen die ik ken. Daar hebben we niets voor hoeven doen. Onze moeders lagen gewoon in een welvarend en rustig deel van de wereld te bevallen van ons en dan hebben de meesten onder ons ook nog eens een verschrikkelijke berg genetische mazzel, waardoor we in staat zijn om te werken en inkomen te verdienen.

Neen, mijn beste graag klagende bange Nederlander: zoveel hebben de meesten van ons niet te klagen. De mensen die nu vanuit een bepaald deel van de wereld onze kant op komen omdat ze moeten vluchten voor gestoorde geloofsgezwellen doen dat niet voor hun lol. Die hadden ook liever gebleven waar ze waren. Kom op zeg, sinaasappeltje aan de boom en een lekker zonnetje op je knar in Damascus of rillen van de kou in een asielzoekerscentrum in Koog aan de Greppel? Ik zou het wel weten. En dan staat buiten dat AZC een lading simpele inteeltzielen met het empathisch vermogen van een kaasvlinder, die door strontmazzel wel een VIP-pasje hebben, te blèren dat je een vieze vuile gelukszoeker bent. Natuurlijk zoeken die mensen gewoon hun geluk, een goed plekje bij dat ‘Concert des Levens’. Zoals we dat allemaal doen. Daarom vond ik de negatieve lading die er aan de term ‘gelukszoekers’ werd gegeven ook zo apart: we zoeken toch immers allemaal geluk?

Mannen die hun ongewenste handjes niet van de hier wonende mevrouwen af kunnen houden mogen er wat mij betreft overigens gewoon uit gezet worden, zoals dat ook gebeurt als je je misdraagt bij een concert. En laat ze dan trouwens ook gelijk al die zich misdragende mensen die hier hun hele leven al volledig ten onrechte een VIP-pasje hebben meenemen. Hebben ze tenminste eens echt reden tot klagen.

Nederlanders moeten hun zegeningen tellen en wat meer genieten van het prachtige Concert des Levens. Voor je het weet is de show voorbij en er is helaas geen toegift.

1 Comments

Leave a Comment.